Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En zij zich tot U bekeren, met hun ganse hart en met hun ganse ziel, in het land hunner gevangenis, waar [37]zij hen gevankelijk weggevoerd hebben, en bidden zullen [38]naar den weg huns lands, dat Gij hun vaderen gegeven hebt, en naar deze stad, die Gij verkoren hebt, en naar dit huis, dat ik Uw Naam gebouwd heb; 37. Te weten, hun vijanden; 1 Kon.8:48. 38. Namelijk, tot U, o Heere; 1 Kon.8:48.